Paul Dogger

Het tennistalent dat ten onder ging aan botte pech, drugs en zichzelf.
In de lente van 1988 is iedereen dol op Paul Dogger. Zestien jaar pas, maar hij zet de nummer een van de wereld, Ivan Lendl, te kijk met slim en brutaal tennis. Het grootste Nederlandse talent in lange tijd vindt iedereen, beter nog dan zijn beste vriend Richard Krajicek. Alles gaat vanzelf. De wereld ligt aan zijn voeten.

Maar het gaat mis. Dogger loopt een longontsteking op, mist belangrijke toernooien en moet machteloos toezien hoe zijn vader, die de spierziekte MS heeft, steeds verder aftakelt . Langzaam wordt duidelijk dat hij de wereldtop nooit zal halen, helemaal als hij ballen met opzet uitslaat om naar wedstrijden van Ajax te kunnen . Op zijn 23e stopt hij met proftennis.