Steeds verder weg

Biz lijkt een gewone tiener; ze woont bij haar moeder en ze maakt deel uit van een grote vriendengroep waar ze niet helemaal zichzelf kan zijn, maar ze hoort tenminste ergens bij. Ze twijfelt over haar seksualiteit en niemand mag dan ook weten dat ze met haar beste vriendin heeft gezoend.
Maar Biz praat met haar vader, die er eigenlijk niet zou moeten zijn, want hij is dood. En dus vertelt ze niemand over hem. Ze vertelt ook niemand over de duistere gedachten die door haar hoofd spoken. Biz zweeft als het ware door het leven – tussen goed, oké en normaal in.
Dan gebeurt er iets waardoor Biz totaal de weg kwijtraakt. Ze verliest alle aansluiting met haar vrienden. Haar vader verdwijnt, en met hem alles wat veilig en zeker is. Biz besluit dat het misschien makkelijker, beter, fijner is om helemaal weg te zweven. Of misschien moet ze wat langer blijven om haar vader terug te vinden. Of misschien – misschien, misschien – is er een andere optie die Biz nog niet kan zien.